Areopoli

26 september 2013 - Githion, Griekenland

24 september.
Het is stralend weer als we wakker worden. Alleen aan de plassen op de grond zie je dat er vannacht heel veel water naar beneden is gekomen. We slenteren wat door het charmante dorpje, maken een rondje om de kerk en gaan op zoek naar een bakker. Agios Nikolaos heeft een piepklein haventje waar gelijksoortige vissersbootjes liggen.  In het toeristenseizoen moet het hier druk zijn, aan de vele tavernes te zien.

Mini haventje

We reizen weer verder. Even voorbij Agois Nikolaos komen we bij een splitsing. De route langs de kust is verboden voor campers en andere grote voertuigen. We gaan een beetje het binnenland in en komen op een prachtige weg, die ononderbroken omhoog loopt.

Tussenstop om te lunchen

Opnieuw passeren we vredige dorpjes, die allemaal minstens één maar meestal twee of drie Byzantijnse kappelletjes hebben.

Gerestaureerde buurtschappen.Torenhuizen

De huizen hebben een aparte bouwstijl: vierkant met hele dikke muren en kleine raampjes. Alle muren zijn opgetrokken met de bekende keien, waar ook de lage muurtjes, die dwars door het landschap lopen, van zijn gebouwd. Soms staan er massieve, vierkante torens van 4 of meer etages in dezelfde bouwstijl tussen de huizen. De dorpjes lijken daardoor wel kleine vestingen of kastelen. En niet zonder reden: De vroegere Manioten stonden bekend om hun gevoel voor onafhankelijkheid, maar het was beslist geen vredelievend volkje. Een aantal families domineerden de streek en de bevolking was verdeeld in clans onder leiding van een dorpshoofd. Bloedvetes duurden maanden of soms jaren en wapenstilstanden waren er alleen om de oogst binnen te kunnen halen. De clans beschoten elkaar vanuit hun torenhuizen en bouwden die steeds hoger om  met een soort katapult grote stenen op de daken van hun tegenstanders te kunnen schieten. De vijandigheden eindigden pas met de totale vernietiging of overgave van een andere clan.

De Tzanetaki-toren op het Kranai eiland

Opvallend is dat veel van die buurtschappen zijn gerestaureerd. Blijkt dat ze zijn opgekocht door rijke, veelal gepensioneerde Atheners ( ja, die bestaan nog), die er hun tweede of derde onderkomen van hebben gemaakt en hier in de herfst op kwartels en tortelduiven komen jagen. 
In Areopoli maken we een tussenstop. We zijn nog helemaal beduusd van de schoonheid van het landschap, wat we zojuist achter ons hebben gelaten. We parkeren Betty aan de rand van het stadje en gaan te voet de oude binnenstad verkennen. Areopoli heette vroeger ' stad van Ares' (god van de oorlog) vanwege het oorlogszuchtige karakter van zijn inwoners.

Gerestaureerd steegje

Ook hier veel gerestaureerde huizen en kerken, waardoor het door de smalle straatjes prettig wandelen is. We willen de Taxiarchenkerk bezichtigen, maar die blijkt gesloten.

De hoogste toren van de Mani

De kerk heeft de hoogste klokkentoren van de Mani en, heel bijzonder, tekens van de dierenriem in de apsis. Niemand in de buurt weet wanneer de kerk bezichtigd kan worden, kan morgen zijn maar kan ook pas volgende week zijn, typisch Grieks.  Dan worden we aangesproken door een charmante Griek, die zijn wapencollectie wil laten zien. Hopelijk hebben we hem goed begrepen en ik ben eigenlijk best nieuwsgierig naar zijn wapencollectie.

Het oorlogsmuseum

Hij brengt ons naar een soort privemuseum in een Mani-toren, waarvan de benedenverdieping is volgestouwd met antieke voorwerpen.

Het wapenarsenaal Het interieur De foto's aan de muur zijn van bekende helden Deze is nog van voor onze tijd Leuk buffetkastje

In een vitrinekast is een uitgebreide collectie antieke wapens te zien. Het museum was van zijn opa.

Foto's va familieleden

Foto's aan de muren tonen inderdaad veel gelijkenis met de goede man. Op het grote plein, dat helemaal van marmer is staat het standbeeld van Petros Mavromichalis, een voornaam lid van één van de beruchte clans en leider van de opstandelingen tegen de Turkse overheersing.

Standbeeld van Petros Mavromichalis

Prettig kennis mee te maken.
We gaan terug naar Betty, die wat te drinken krijgt bij een benzinestation en ze krijgt ook wat extra lucht in haar banden. We vervolgen onze reis naar Gytheo, dat aan de oostkust van de Mani ligt.

Veel bijenteelt langs de routeWe mochten alles proeven

Onderweg stoppen we nog bij een honingstalletje. We mogen alles proeven en kopen een enorme pot bij deze aardige dame. In Gytheo zijn nauwelijks geschikte camperplekken, maar wel een heel mooie camping: Gytheon Bay, dat aan een breed zandstrand ligt en vrij luxe voorzieningen heeft.  Op de camping is het waarachtig nog druk. Niet overvol, maar 2/3 van de plaatsen is wel bezet. We lopen een week voor op ons geplande reisschema en omdat het nog steeds prachtig weer is blijven we hier een paar dagen staan.

3 Reacties

  1. Leo, Joke en Melissa:
    26 september 2013
    Wat een mooie reis. Wat een prachtige dingen komen jullie tegen. Grappig zo'n Griek die zijn wapens wil laten zien. Jullie kunnen lekker een paar dagen daar blijven en relaxen
  2. Yvette Feist:
    27 september 2013
    Lieve Mama Ria en Henk,
    En wanneer komen jullie nou eens eindelijk bij de het dorpje der vijandige psychoten, wonende in fallus-achtige dorpjes aangevoerd door koningin nymfomanie (en LESBOS, toevoeging van Bert, zijnde mijn man). Kijk daar wil ik foto;s van zien . xxx yf
  3. René:
    29 september 2013
    Als jullie nog eens wat meer willen lezen over de geschiedenis van de Mani, tot in de jaren 60 van de vorige eeuw nog niet over de weg bereikbaar, dan kan ik het boek van Patrick Leigh Fermor: Mani, Travels in the Southern Peloponnese, aanbevelen. De schrijver, een Engelsman, ervan heeft lange tijd in Kardamyli gewoond.
    Jammer dat jullie Koroni niet zo interessant vonden. Hebben jullie het fort daar wel bekeken, dat vind ik na Monemvassia wel het mooiste op de Peloponnesus. En het zandstrand aan de andere kant van het dorp is uniek, bijna 10 km lang en zonder grote hotels!