Zilt en zout

22 september 2014 - Arçais, Frankrijk

imageimageimageimageimageimageimageimageimage

16 september
Aujourd'hui reizen we weer iets verder naar het zuiden en verlaten daarmee Bretagne. Ons doel is de stadjes Guérande en Le Croisic te bezoeken. Eerst zoeken we een geschikte plek voor onze Betty en komen terecht op een kleine parkeerplaats waar 8 campers maximaal 24 uur mogen staan. Maar wat een uitzicht hier!  We staan pal tegenover het douanierspad, dat langs de ruige kustlijn van het schiereiland kronkelt. Wat zal het hier een spektakel zijn als het stormt. Enorme rotsblokken liggen voor de kust. Vaak hele grillige vormen, met wat fantasie zie je er honden, leeuwen, schildpadden en soms zelfs lege wijnflessen in...... We fietsen naar de haven van Le Croisic, die ligt verankerd op het puntje van het schiereiland. De haven wordt al eeuwen intensief gebruikt. Het resultaat van deze activiteiten is af te lezen aan de vakwerkhuizen in de oude haven en aan de hoge huizen uit de 17e eeuw, gebouwd langs de kaden met gemetselde stenen muren. Vis en schaaldieren worden ook nog steeds gelost op de kaden. In 1879 werd de spoorlijn vanuit Nantes doorgetrokken, waardoor Le Croisic een toeristische pleisterplaats werd. 

17 september
Het was vannacht heerlijk slapen in die frisse zeelucht met de geluiden van de branding en zeevogels op de achtergrond. We zijn helemaal uitgerust om Guérande te bezoeken. Guérande is een middeleeuws stadje, dat nog steeds wordt omringd door ruim 1,4 kilometer lange versterkingsmuren. Het is bekend om zijn omringende zoutmoerassen, die al sinds de Romeinse tijd zorgen voor welvaart. In deze moerassen kristalliseert het “witte goud” door de invloed van zon en wind, voordat het met een schep wordt geoogst. De ‘fleur de sel’ , die je dan overhoudt is een fijne, witte zoutkorrel. Fleur de sel bevat meer mineralen dan keukenzout. Het  is één van de duurste zouten en volgens sommigen in culinair opzicht ook het beste. Het grove zout, de “gros sel” dat in dezelfde zoutpannen gewonnen wordt is iets grijzer door de kleideeltjes van de bodem van de zoutpan. Vandaag is het marktdag, mooie gelegenheid om allebei een Bretonse trui aan te schaffen. Op het menu staat voor ons een mosselpannetje, waar deze streek zo bekend om is. Als afsluiting toeren we een beetje door de zoutmoerassen, waar prachtige vogels te zien zijn. Ik krijg ze alleen niet goed op de foto, ze blijven niet stil zitten.
We overnachten op de Pointe St. Gildas in het plaatsje Prefailles op een grote camperplaats. De zonsondergang is hier prachtig. De muggen zijn minder fijn.

18 september en 19 september
We hebben een heerlijke tijd gehad langs de kust en hebben mooie tochten gemaakt. Maar nu gaan we de kust dan toch verlaten en richting Marais de Poitevin, dat in de buurt van Niort ligt. Ook weer zo'n moerasachtige omgeving. We maken een overnachting in Aubigny, dat iets ten zuiden van La Roche-sur-Yon ligt. De volgende dag reizen we door naar het dorpje Arcais, dat in het Parc Naturel du Marais Poitevin ligt.  Het Marais Poitevin is ruim 60.000 hectare groot en is een landschap met veel contrasten. Je hebt een droog gedeelte, dat vooral agrarisch is en tamelijk vlak met leuke dorpjes. Hier kun je heerlijk fietsen op rustige weggetjes en er zijn diverse fietsroutes uitgezet. Arcais ligt in het natte moeras ofwel het Marais Mouillé, beter bekend als La Venise Vert. Je kunt het moeras met platbodems en roeiboten verkennen, met of zonder gids. Wij nemen een gids, die ons van alles over het Marais vertelt. Weliswaar in het Frans, dus we begrijpen maar de helft. Het wordt ons wel duidelijk dat het lang geleden een Hollandse ingenieur was, die in aan de wieg van de drooglegging heeft gestaan. Die Hollanders zaten toen ook al overal. Het land is hier werkelijk doorkruist met sloten en kanalen. De vele populieren, wilgen en essen zorgen voor de nodige schaduw. La Venice vert - het groene Venetië - is een benaming die klopt als een bus. We hebben zelden zo veel kleuren groen gezien. De gids legt ons uit dat de talloze libellen, die hier op het water dansen, zorgen dat de muggen niet de overhand krijgen. Op sommige plaatsen in het moeras is het bladerdak en de begroeiing zo dicht dat de vallende bladeren in de herfst in het water een bodem leggen voor verrotting. Dit proces heeft een aardige bijverschijnsel. Als er met een stok in geroerd wordt komt er methaangas vrij dat je met een beetje handigheid in de brand kunt steken. Een heel bijzondere ervaring die onze gids maar wat graag aan ons laat zien. Het water is schoon en helder en bevat veel vis waaronder paling. De visotter komt hier ook voor, maar volgens onze gids zijn er slechts een paar koppeltjes en laten ze zich zelden of nooit zien. Wel zijn er veel (te veel) beverratten. Deze kunnen wel 1 meter lang worden. Het is een dier dat veel schade aanricht en daarom staan her en der vallen om ze te vangen. Misschien kunnen ze een paar Belgen inhuren, die ze vangen en in de kookpot stoppen. Ze noemen het waterkonijn en het schijnt een delicatesse te zijn.
Aan het eind van de dag kunnen we terugkijken op een leuke en leerzame dag. Een beetje Giethoorn en een beetje Biesbosch, maar dan toch weer anders. 

20 september
Met fietskaart en zonnebrandcreme op zak maken we vandaag een tocht langs de rivier de Sevre tot aan het plaatsje Coulon.  Coulon vorm het hart van het toeristische deel van het moeras en is inderdaad een gezellige plaats met veel horeca en roeibootjes. We nemen een souveniertje mee in de vorm van een pot Angeliquewortel confiture. Dat is groene jam en het is een specialiteit van deze streek. Op de terugweg rijden we over kleine weggetjes en houten fietspaden, die dwars door het moeras lopen. 
Onderweg krijgen we slecht nieuws uit Nederland en eindigt onze vakantie geheel onverwacht. Vanwege een tragische gebeurtenis binnen onze vriendenkring gaan we direct naar huis. 

Foto’s