Niort, geen stad om zonder handschoenen aan te pakken

Woensdag 27 augustus 2015 
Na ons bezoek aan Nantes willen we graag een paar dagen rust en comfort. En er moet hoognodig gewassen worden. Vorig jaar hebben we vanwege omstandigheden ons verblijf in de Marais Poitevin moeten beëindigen. Nu is het moment gekomen om er weer terug te keren.

We settelen ons op een camping in Magné, zo'n 10 km. bij Niort vandaan. Niort is de hoofdplaats van het departement Deux Sèvres met een duidelijke centrumfunctie. We trekken er een dag voor uit om de stad te bekijken. De belangrijkste bezienswaardigheid van de stad is de enorme 12e eeuwse donjon, waar nu een streekmuseum in is gevestigd. 

Deze donjon speelde een vitale rol in de Honderdjarige Oorlog en werd gebouwd door Hendrik II en Richard Leeuwenhart. We vinden hem uitnodigend genoeg om van binnen te bekijken. Het gebouw is ruim met hoge gewelven en via kronkeltrappen klimmen we omhoog langs verschillende tentoonstellingen. Op een grote zolder treffen we heel wat 19e eeuwse meubelen, waaronder kunstig bewerkte kasten en bedsteden.

 De benedenzaal herbergt nog een verzameling voorwerpen uit de Romeinse tijd. Een smalle trap brengt je een dakterras vanwaar je een schitterend uitzicht over de stad hebt.

Naast deze donjon staat de levendige Hallen met een overvloed aan etenswaren.

Op het grote plein en in de achterliggende straatjes staan de bekende marktkraampjes. Het is niet druk op de markt, de meeste mensen zitten op de terrassen in de schaduw. Het  is namelijk erg warm - 40 graden in de volle zon - dus ploffen wij ook ergens neer om wat te drinken. Na een tijdje hebben we moed genoeg verzameld om door het middeleeuwse centrum te gaan wandelen en hier en daar wat historische panden met overhangende gevels te bewonderen.

Het laat gotische stadhuis - de Pilori - is een plaatje; daarentegen doet het naastgelegen provinciehuis, de prefectuur, wat stijfjes en formeel aan. We bezoeken ook nog de 15e eeuwse Notre Dame kerk. Die is indrukwekkend met mooi gebrandschilderde ramen en grote spits toelopende bogen.

Niort staat al eeuwen bekend om zijn handschoenenindustrie. Al in de 14e eeuw werkten hier ambachtslieden in de lakweverijen, de zeemleerlooierijen en de zeemtouwerijen. Spijtig genoeg heb ik geen winkel gezien waar handschoenen worden verkocht. Volgens Henk koop je 's zomers geen handschoenen, dus liggen ze ook niet in de winkel of op een marktkraam. Tja, daar zit wat in.

Er worden wel veel potten jam en flessen likeur van de aromatische angeliqueplant (engelwortel) verkocht. Andere specialiteiten zijn hier de hartige taart met geitenkaas, paling en slakken uit het naburige Marais. Jammie! 
De rivier de Sèvre Niortaise stroomt dwars door Niort richting oceaan. Het moerasgebied strekt zich aan twee kanten van de rivier uit over een oppervlakte van 80.000 ha. Een groot deel van de moerassen is nog ongerept.

Overal staan aan het labyrint van waterweggetjes witte populieren, hoge essen, wilgen en elzen. Je waant je in een reusachtig woud. Hier zijn geweldige fietsroutes uitgezet langs kanaaltjes en stroompjes waar bootjes zachtjes overheen glijden. 

Vier dagen blijven we in deze buurt om te luieren, te fietsen, te zwemmen, te lezen en te barbecuen. Kortom lekker niksen en genieten van het campingleven.