Op weg naar het noorden
9 juni 2019 - Lissabon, Portugal
Woensdag 29 mei. Via een rustige route, met hier en daar wat klimmetjes en veel bochten rijdt Betty ons langs de kustlijn in noordelijke richting. Momenteel is de Alentejo met 34 graden de warmste streek van Europa en de komende dagen blijft dat zo. Ons oorspronkelijke plan om langs de Costa Vicentina te gaan fietsen en een paar vissersplaatsjes te bekijken moeten we laten varen, want we kunnen erg slecht tegen deze hitte. Omdat we niks anders kunnen doen dan passief recreëren is de schaduwrijke camping van Zambujeira do Mar heel geschikt. De enige activiteit die we hier ondernemen is naar het strand fietsen en bij oververhitting een duik in de branding nemen. Het is een paradijselijk, door rotsen beschut strand en onder de parasol houden we het hier wel een paar dagen uit.
Maandag 3 juni. De hittegolf is voorbij en ons nomadenbloed begint weer te kriebelen. Lissabon verwacht ons en we hebben er zin in. In een voorstadje aan de zuidkant van de Taag kunnen we overnachten op een prachtige plek aan de rand van een park, waar veel joggers voorbij komen. Dit voelt als een veilige plek, er staan 15 andere campers tussen de boompjes. Met de trein zitten we binnen 30 minuten via de Ponte 25 de Abril in het centrum. Als eerste kopen we een 2-daagse ov-kaart en daarna een bica met pastel de nata (speciale koffie met hét gebakje van Portugal).
Het is bijna 40 jaar geleden, dat wij voor het laatst in Lissabon waren maar dat beeld van oude tramstelletjes die door de nauwe straten tot op de heuvels van Lissabon klimmen, staat ons nog helder voor de geest. Op het plein Martim Moniz stappen we op lijn 28, die ons eerst de straatjes van Alfama laat zien, dan afdaalt naar de Baixa, de benedenstad, om vervolgens te klimmen naar Bairro Alto tot het eindpunt in de wijk Prazeres. Het houten trammetje piept, kraakt en kreunt onder het gewicht van zo’n 50 passagiers, maar wat is het leuk!
We lunchen in een klein restaurantje in de Baixa en wandelen de rest van de dag langs bekende en onbekende plekken.
Heel nieuwsgierig zijn we naar de wijk Chiado, die aan de andere kant van de Praca do Comércio ligt, tegenover Alfama. Deze wijk werd voor een belangrijk deel verwoest door een grote brand in 1988. Het is nu een grote shoppingmall geworden met nog een aantal winkelstraten er omheen gebouwd. Gelukkig wel in dezelfde stijl als de panden die gespaard bleven. Ook gespaard werd de beroemde Elevador de Santa Justa, die in 1901 werd gebouwd door een leerling van Gustav Eiffel, maar het scheelde niet veel.
De lift brengt je naar de bovenstad, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt op de Baixa. Er zijn nog meer liften in de stad, want Lissabon is naar men zegt gebouwd op zeven heuvels.
De Elevador da Bica is ook zo’n uniek vervoermiddel. Het is een soort tandradtram, die enkele typische straatjes doorkruist. Heel anders, maar wel bijzonder zijn sommige metrostations waar we diverse kunstwerken ontdekken.
Een aantal kunstwerken zijn gemaakt op de Portugese azulejos: beschilderde geglazuurde tegels. Zo is het blauw betegelde metrostation Parque toegewijd aan de ontdekkingsreizen en is op het plafond een epos van de dichter Luis de Camões te lezen.
Op een terras aan de oever van de Taag eten we nog wat alvorens we de rivier weer oversteken. In het donker wacht Betty ons op.
De volgende dag bezoeken we de stadswijk Belém, rijk aan bezienswaardige monumenten uit de periode van de ontdekkingsreizen en aan musea. Met het trammetje lijn 15 boemelen we over de Avenida de Brasilia, waar veel industrieel erfgoed staat. De meeste gebouwen hebben een nieuwe functie gekregen. We passeren het Palacio de Belém, het Koetsenmuseum en het Klooster van Jeronimos.
Deze bijzondere attracties kennen we nog van ons vorige bezoek. Tot onze verbazing staat er in de Rue de Belém een enorme rij voor de beroemde Antiga Confeitura de Belém, waar de originele pastels de nata - die heerlijke roompasteitjes - gemaakt worden.
Overal lopen toeristen met tasjes vol pastéis. Ik denk dat ze die niet mee naar huis nemen.
Op de boeg van het ‘Monument der Ontdekkingen’ staat Hendrik de Zeevaarder fier over de Taag uit te kijken. Daarachter zeelui, ridders, geografen, missionarissen en koning Manuel I, die een wereldbol vasthoudt. En ook hier leest de dichter Camões zijn beroemde Os Lusíadas voor.
Voor het monument staat in een mozaïek een windroos met wereldkaart.
We wandelen gezellig langs het water naar de Torre de Belém (Toren van Bethlehem). Dit 16e eeuwse bouwwerk was bedoeld als verdediging en lag vroeger in het water. Het was ook een herinnering aan de ontdekking van Brazilië in 1500.
Opvallend is de overvloedige versiering rond ramen en deuren in Moorse en Manuelstijl. Onder de waterspiegel liggen bunkers met 3.5 meter dikke muren, die vroeger als gevangenis dienden.
Ook brengen we een bezoek aan het Museu Berardo, dat in het Centro Cultural is gevestigd. Hier zijn de werken te zien van de kunstverzamelaar en steenrijke Joe Berardo. Het gaat om moderne en hedendaagse werken uit de 20e en huidige eeuw. Daaronder zijn een aantal klinkende namen zoals Dali, Picasso, Ernst, Magritte, Haring, Warhol en Mondriaan.
Als laatste lopen we nog even het Klooster van Jeronimos binnen waar Vasco da Gama en Luís Vaz de Camões begraven liggen.
Ook dit klooster kenmerkt zich door de uitbundige manuelstijl, die typische Portugese versieringsstijl die elementen van Moorse kunst en motieven uit Indië en Perzië bevat.
De dag loopt ten einde en we nemen afscheid van Lissabon. We zouden hier nog wel een week kunnen doorbrengen, maar we moeten verder. Lissabon is een fascinerende stad, een bruisende stad en bovenal een gezellige stad.
En zoals Amalia Rodrigues zong: ‘Lisboa dos Milagres’.
gedachten met jullie mee en op sommige plekken komen bij ons oude herinneringen boven zoals bijv. bij Lissabon.
Wat geweldig dat Betty jullie trouw overal heenbrengt.
Dat wordt als jullie aan de beurt zijn de Portugese keuken!
Leen en Luise