Een rondje Frankrijk 2018

Fontaine de Vaucluze, 14 mei 2018

We zijn weer op stap met onze Betty en zitten al 2 weken in la douce France. Op maandag 30 april zijn we vertrokken en met een omweg via onze e-bike leverancier in Schijndel voor de eerste overnachting in een koel en regenachtig Kortrijk aangekomen. De tweede overnachting is in Chartres en de volgende middag komen we aan op een fijne camperplek aan de Loire. Het Loiredal is voor ons een bekende bestemming. We houden van de prachtige kastelen en de vorige keer bezochten we Chateau Villandry en Chambord. De kastelen van de Loire zouden niet zo indrukwekkend zijn zonder die mooie luchten, het landschap en de bossen, waar menig koninklijk jachttafereel plaatsvond. Omdat het prachtig weer is geworden pakken we de fiets.       

Als eerste bezoeken we de stad Chinon met zijn drie  verdedigingswerken. Hier werd Francois Rabelais, auteur van de boeken Gargantua en Pantagruel, geboren. Chinon heeft een gezellig karakter met kronkelende straatjes en veel horeca, zodat de toerist niets te kort komt. De “Chinon“ is een bekende Loirewijn, die je kunt proeven in de plaatselijke wijnkelders.
 

Tijdens onze fietstocht naar Ussé passeren we het dorpje Huismes (spreek uit Wiem). In de verte zien we hem al staan: de kasteeltoren met koetshuis, waarvan onze huisoppas eigenaresse is. We appen haar een foto en ze reageert gelijk met allerlei leuke tips in de omgeving.

Het Chateau van Rigny-Ussé, leunend tegen de berghelling in een groen landschap ziet er sprookjesachtig uit. De kap van torens en torentjes  doet denken aan het kasteel van Doornroosje en brengt je onmiddellijk in een sfeer van betovering. Net als in het sprookje verwacht je ieder moment dat de prins op het witte paard komt aanrijden. 
We verkassen naar een nieuwe plek met Betty om een paar andere kastelen te bewonderen:  

.

Chateau Langeais aan de Loire en d’Azay-le-C Rideau, dat op een eiland in de rivier de Indre ligt. De kastelen zijn mooi gerestaureerd, het interieur en kunstvoorwerpen dateren uit de 16e eeuw.  

Als laatste brengen we een bezoek Tours. Eens was Tours de hoofdstad van Frankrijk, maar daar is na diverse oorlogen nog maar weinig van over. In de vorige eeuw werd de binnenstad flink gerenoveerd. In het middeleeuwse hart wandelen we door de sfeervolle wijk, waar café's, boetieks en galerijen te vinden zijn.

Op het Place Plumereau is het gezellig druk en in de omliggende straatjes zien we verscholen binnenhoven en vakwerkgevels.

De meeste indruk maakt de Cathédral St-Gatien op ons.

De flamboyant-gotische gevel is zwart uitgeslagen, maar de gebrandschilderde ramen zijn prachtig.

Ook het stadhuis, het paleis van Justitie,

het station van Tours en de basiliek St-Martin vinden we indrukwekkend.

Iedere stad of dorp heeft wel een kunstwerk dat veel kritiek en discussies oproept. Zo ook Tours: op het marktplein staat een giga monster van 4 meter hoog. 

Op maandag 7 mei laten we de mooie Loirestreek achter ons. We gaan naar luilekkerland ofwel naar de Bourgognestreek. Hier komen we ook graag, we hebben al vaak langs de jaagpaden en wijngaarden gefietst. We genieten steeds weer van het afwisselende landschap, het heerlijke eten en drinken en de sfeervolle dorpjes.
 

Onze eerste stop is de stad Nevers, toegangspoort tot de Bourgognestreek. De camping ligt aan de rivier en is op loopafstand van de binnenstad.

Naast voor en achter ons staan Fransen met prachtige traction-avants. Ze zijn onderweg naar een tentoonstelling van klassieke auto's. 
Vervolgens rijden we naar Beaune,  Alweer zo'n stad waar we vaker zijn geweest en goede herinneringen aan hebben.

Het voordeel van een camper is, dat je niet persé op een camping hoeft te staan. Ook nu, we staan met zo'n 25 andere camperaars op de grote parkeerplaats vlak bij de historische binnenstad. Mét sanistation, ideaal! Alhoewel het nog voorseizoen is staan de toeristen toch al weer rijen dik te trappelen om het beroemde Hôtel-Dieu te kunnen bezoeken.

.

Met het bekende, schitterend kleurrijk geglazuurde mozaiekdak is het een toeristische trekpleister.

.

Het ziekenhuis werd in 1443 gesticht door Nicolas Rolin en echtgenote, ter verzorging van zieken en armen. Ze schonken eveneens wijngaarden zodat het armenhuis zichzelf kon bedruipen. Niet letterlijk natuurlijk. Je kunt ook de wijnkelders van Beaune bezoeken, die onder de stad doorlopen en onderweg proeven én kopen natuurlijk. Dat hebben we niet gedaan, Henk is geen wijndrinker, jammergenoeg. 

We fietsen over de paden van wijnbouwers en druivenplukkers, door het hart van de wijnvelden die Bourgognes roem gevestigd hebben  zoals Pommard, Volnay, Meursalt en Puligny-Montrachet  en rijden langs het Canal du Centre over de Voie verte naar Santenay en St.Leger-sur-Dheune.

In Meursalt maken we op het dorpsplein een  tussenstop en bewonderen onder het genot van een drankje het prachtige stadhuis 'La Grande Vadrouille', waar verschillende scenes zijn opgenomen van de gelijknamige film van Louis de Funès. 

Zondag 13 mei. Het weer is omgeslagen. Het regent en de temperatuur is met meer dan 10 graden gedaald. Een typische reisdag. We besluiten om naar het zuiden te gaan in de hoop dat het daar minder  koud is. Ik ben vandaag jarig en onderweg krijg ik telefoontjes, appjes, sms-jes en fb berichtjes. Bij deze wil ik nogmaals iedereen bedanken en inderdaad we hopen nog lang te kunnen genieten van onze camperreizen.
Onze reis eindigt vandaag in Fontaine de Vaucluse. Een schattig dorpje aan de rivier de Sorgue en een geologische attractie.

Hier komt een ondeaardse rivier  boven. Vorig jaar waren we hier ook. Toen was het een stuk drukker, nu is het koud en je ziet bijna niemand buiten. 's Avonds kijken we naar Netflix. Vandaag lezen we wat, Henk bezoekt een museum over de 2e wereldoorlog, terwijl ik dit verslag schrijf. Tegen de middag klaart het op en morgen gaan we naar Carpentras.